×

Foutmelding

  • Warning: Illegal string offset 'header' in bvng_publicatie_header_view() (regel 797 van /home/spinternet.be/users/contemporanea/public_html/sites/all/modules/custom/akapivo/bvng/bvng.module).
  • Notice: Array to string conversion in bvng_publicatie_header_view() (regel 797 van /home/spinternet.be/users/contemporanea/public_html/sites/all/modules/custom/akapivo/bvng/bvng.module).
  • Warning: Illegal string offset 'header' in bvng_publicatie_header_view() (regel 807 van /home/spinternet.be/users/contemporanea/public_html/sites/all/modules/custom/akapivo/bvng/bvng.module).
  • Notice: Array to string conversion in bvng_publicatie_header_view() (regel 807 van /home/spinternet.be/users/contemporanea/public_html/sites/all/modules/custom/akapivo/bvng/bvng.module).

Pierre Van den Dungen, Henri La Fontaine. Prix Nobel de la Paix 1913. Une vie, Samsa Editions, 2022, 478 p.

Donald Weber, Amsab-ISG

Henri La Fontaine (1854-1943) is zonder twijfel een van de veelzijdigste en boeiendste figuren uit de Belgische geschiedenis van de jongste twee eeuwen. De man is eerst en vooral bekend voor zijn engagement in de internationale pacifistische beweging. Hij was veertig jaar voorzitter van het Bureau international de la paix, kreeg in 1913 de Nobelprijs voor de Vrede en schreef in 1915 in ballingschap in de VS zijn bestseller Magnissima Charta, een juridisch ontwerp voor een wereldregering. La Fontaine was een internationaal geëerd en gerespecteerd man, die ontvangen werd door regeringsleiders en heel zijn leven van het ene congres naar het andere reisde. In eigen land stond hij samen met Paul Otlet aan de wieg van de bibliografische collectie van het Mundaneum, en zetelde hij veertig jaar voor de socialisten in de Senaat. Naast zijn vele andere activiteiten onthouden we vooral zijn liefde voor Wagner, La Fontaine was zelf ook een begenadigd pianospeler.
Van deze boeiende persoonlijkheid bestonden al enkele biografische publicaties, onder meer in de Biographie Nationale, en een boekje met enkele bijdragen uitgegeven door het Mundaneum in 2002 1, maar de verzuchting van Jeffey Tyssens uit 1995 bleef gelden: ‘Henri La Fontaine. Qui plus que lui mériterait une biographie étendue? Celle-ci nous manque à ce jour et c’est bien regrettable.’ 2 De in 2011 opgerichte Fondation Henri La Fontaine gaf aan Pierre Van den Dungen drie jaar lang de gelegenheid om zich onder te dompelen in het 356 dozen tellende archief van La Fontaine in het Mundaneum. Het resultaat is een knoert van een boek, 664 bladzijden in twee volumes, uitgeven bij Samsa in Brussel.3
ULB-historicus Van den Dungen, in het verleden reeds auteur van de biografieën van Louis Bertrand en Hubert Pierlot, was lang geen slechte keuze. De auteur bijt zich vast in dit grenzeloos actieve leven met een grondigheid die verbaast. De archieven worden tot het laatste velletje papier uitgepluisd – hetgeen vooral op financieel vlak nieuwe inzichten oplevert – en het liefst letterlijk geciteerd. Iedere naam die passeert krijgt een korte biografische schets en van elke organisatie wordt een korte context weergegeven. Het resultaat dwingt bewondering af maar doet ook regelmatig naar adem happen.
Zelfs maar een korte samenvatting geven van het immens rijke levensverhaal van La Fontaine is hier onhaalbaar. Liever halen we enkele van de meest opvallende gedeelten naar voren. De auteur deelt de tekst thematisch in tien aspecten (nogal verwarrend gegroepeerd in vier delen). Het eerste thema behandelt het persoonlijke en familiale leven. La Fontaine, geboren uit een welstellende Nederlandse familie (verwant aan de familie Philips in Eindhoven), krijgt na de vroegtijdige dood van zijn vader de last op zich van de zorg voor zijn moeder en zuster Léonie. Pas kort voor zijn vijftigste verjaardag zou hij zich aan dit eerder verstikkende milieu kunnen ontworstelen door te huwen. Zijn zuster [Léonie] (https://fr.wikipedia.org/wiki/Léonie_La_Fontaine), met wie hij tot dan samen actief was in allerlei bewegingen, zou het hem nooit vergeven. Van den Dungen leidt ons langs de persoonlijke correspondentie van de familie en geeft met een eindeloze resem microcitaten een indringend en bijwijlen aangrijpend inzicht in de emotionele perikelen van gezinsleden en geliefden. Het is ook een van de weinige keren dat het in dit boek tot iets als een verhaal komt.
De meeste andere thema’s zijn eerder feitelijk van aard en beperken zich noodgedwongen, door de talloze feiten, relaties en organisaties die aan bod komen, tot een snelle en vaak moeilijk leesbare opsomming. Van den Dungen geeft daarbij uitdrukkelijk aandacht aan geldzaken. Zo lezen we in het stuk over het Brusselse volkshuis vooral over de zoektocht van La Fontaine naar leningen en geldschieters, en veel minder over bijvoorbeeld zijn engagement in de Section d’art. Die aandacht voor het financiële is anderzijds ook niet slecht en levert een vernieuwend en vaak onthutsend inzicht op in nogal wat belangwekkende dossiers. La Fontaine gaat een verbeten strijd aan met Belgische regeringsmilieus voor subsidies voor zijn Palais Mondiale (voorloper van het Mundaneum), maar wordt uiteindelijk opzijgeschoven voor een vergelijkbaar Frans initiatief. Ook in de jacht op liefdadigheid voor het internationale pacifisme zijn er prangende scènes te lezen, zoals in het hengelen naar aandacht bij tycoon Andrew Carnegie en vooral in het bijna woordelijk weergegeven bijzonder bitsige onderhoud met Henry Ford.
Andere thema’s die aan bod komen en die interessante nieuwe details bevatten handelen over La Fontaines activiteiten bij de Belgische Wagnervereniging, zijn loopbaan in de vrijmetselarij, zijn (bijna) levenslange vriendschap met Emile Vandervelde, zijn vele schrijfsels onder meer in La Justice, zijn opvattingen over kolonialisme, een verenigd Europa en de Volkerenbond, en uiteraard zijn samenwerking met Otlet in het Office international de bibliographie. Van den Dungen benadrukt ook de rol van La Fontaine in het feminisme en zijn voor die tijd erg vooruitstrevende opvattingen – maar tevens is hij niet blind voor het verouderde 19e-eeuwse karakter van die opvattingen, waarin een traditioneel rollenpatroon nog luid resoneert. Uiteraard is dit alles nog maar een beperkte greep uit de eindeloze activiteiten van Henri La Fontaine.
Misschien wel het sterkste gedeelte van de biografie wordt tot het einde bewaard. In het laatste stuk behandelt de auteur de oorlogservaringen van La Fontaine, eerst de ballingschap in Londen en de VS tijdens de Eerste Wereldoorlog, en ten slotte de aftakeling van een ouder wordende, geïsoleerde en gedesillusioneerde pacifist in zijn huis in Brussel tijdens de Tweede Wereldoorlog – die hij niet zou overleven. Vooral de laatste bladzijden tonen een bijzonder verbitterde en gefrustreerde La Fontaine in een aangrijpend en meeslepend slothoofdstuk dat het hoogtepunt van deze biografie vormt.
Zijn er ook negatieve aspecten aan dit werk? Zeker, enkele ervan werden al aangestipt, zoals de vaak moeilijke leesbaarheid van een volgepropte en ultragedetailleerde tekst. Verder geeft de auteur wel heel wat context mee op het microniveau van personen en organisaties, maar blijven we toch op onze honger zitten voor de bredere synthese. De tekst blijft in het archief hangen en geeft te vaak bijna letterlijk de inhoud weer van de documenten, op het banale af, bijna als een bronnenpublicatie. Het blijft te vaak encyclopedie en wordt te weinig een biografie die de lezer kan meenemen in een verhaal. De keuze voor een thematische veeleer dan een chronologische indeling maakt de tekst erg versnipperd en moeilijk te volgen, en zorgt ervoor dat we voortdurend ‘on y reviendra’ te lezen krijgen. Daar staat tegenover dat Van den Dungen een goede pen heeft en een losse, prettige schrijfstijl hanteert (met uitdrukkingen als ‘botter en touche’ voor de rugbyliefhebbers onder ons). En de vele citaten geven in elk geval een indringend beeld van de gedachten van de actoren, zoals wanneer La Fontaine eind jaren 1930 de toestand van de wereld schetst: ‘Une centaine de financiers qui tirent les ficelles de 3 à 400 polichinelles qui croient mener le monde et le conduisent au désastre et… 2.000.000.000 qui triment et grognent, incapables de savoir ni trouver les causes, ni dénicher les remèdes’ (p. 316).
Daarmee wordt meteen de belangrijkste kwaliteit van dit werk geïllustreerd: de veelzijdige inkijk die we krijgen in de hersenpan van een bijzonder boeiende en relevante historische figuur. Pierre Van den Dungen heeft de wereld verblijd met de eerste volwaardige biografie van Henri La Fontaine, en dat is groot en verheugend nieuws.

- Donald Weber, Amsab-ISG

Webreferenties

  1. Fondation Henri La Fontaine: https://www.henrilafontaine.be

Referenties

  1. Robert Abs, « FONTAINE (Henri-Marie LA) », in Biographie Nationale (Brussel: Bruylant, 1973), vol. 38 supplément 10, col. 213-221 ; Hervé Hasquin et al., Henri La Fontaine : Tracé[s] d’une vie, Mons, Mundaneum, 2002, 120 p.
  2. Jeffrey Tyssens, « Henri La Fontaine et l’ idée de la paix internationale, » in Cent ans de l’Office de bibliographie 1895-1995 (Mons : Editions Mundaneum, 1995), p. 84.
  3. Het tweede volume, dat de voetnoten en de bibliografie bevat, kan ook gratis online geraadpleegd worden op de website van Samsa.