Thomas Coomans ed., Missionary Spaces. Imagining, Building, Contesting Christianities in Africa and China, 1830s-1960s, Leuven University Press, 2024.
Het besef dat plaatsen – gaande van landschappen, dorpen en steden tot specifieke gebouwen –meer zijn dan louter de decors van de gebeurtenissen die historici bestuderen, is de verdienste van de spatial turn van de jaren negentig. Ruimte (space in het Engels) is, zo bleek, een sociaal construct dat tot stand komt tijdens de ontmoeting tussen mensen, en die ontmoetingen bovendien ook mee vormgeeft. Geïnspireerd door dat inzicht incorporeerden historici over alle tijdsvakken, eeuwen, en thema’s heen in hun onderzoek een focus op ruimtelijke aspecten.
Missionary spaces. Imagining, Building, Contesting Christianities in Africa and China, 1830s-1960s bundelt tien bijdragen die missiegeschiedenis door die lens bestuderen. Het volume vertrekt vanuit de vraag hoe de interculturele ontmoetingen tussen Christelijke missionarissen en de lokale bevolkingen in Afrika en China zaken als stadsplanning, ruimtelijke ordening, architectuur en bouwtechnieken in de missiegebieden beïnvloedde. Teneinde die vraag conceptueel uit te werken, doet het werk beroep op de notie van christianity: een plek in een niet-Christelijk land waar een Christelijke gemeenschap – vaak gevormd rond een buitenlandse missionaris en gesegregeerd van de niet-Christelijke lokale bevolking – aanwezig is. De zeven auteurs, waaronder vijf historici en twee antropologen, onderzoeken de materiële vestiging en ontwikkeling van verschillende christianities in Ghana, Burundi, Congo, Egypte, Kenia, China en Taiwan.
Het boek is onderverdeeld in twee grote delen. De vijf hoofdstukken in het eerste deel, Imagined world/adapted strategies, presenteren cases die aantonen dat ruimtelijke en territoriale strategieën essentiële onderdelen van het missiewerk waren. De levensvatbaarheid en duurzaamheid van de missie hing immers in grote mate af van de mate waarin de missionarissen hun wereldbeelden en idealen wisten te verzoenen met en aan te passen aan die van de lokale bevolking. De missie van de Witte Paters in noordwest Ghana in de jaren dertig was bijvoorbeeld succesvol omdat de katholieke missionarissen hun bekerings- en kerkbouwpraktijken afstemden op lokale opvattingen over ruimte, terwijl de onwil daartoe de Keniaanse missie van de Evangelisch-Lutherisches Missionswerk Leipzig op een sisser deed uitdraaien. Bovendien resulteerde een succesvolle missie op termijn ook in een grote, zichtbare materiële en architecturale aanwezigheid in de hele regio rond de oude missiepost.

De hoofdstukken in het tweede deel van het boek, Universal projects/localized architectures, presenteren cases waarin de missionaire architectuur interageerde met lokale culturele opvattingen en maatschappelijke situaties. In het negentiende-eeuwse China moesten katholieke missionarissen bijvoorbeeld rekening houden met lokale, Confucianistische gendernormen bij het bouwen van hun sites en kerken. In andere gevallen diende religieuze architectuur dan weer een politiek doel. In de kosmopolitische Egyptische stad Port-Said was het bouwen van een kathedraal in Romaanse stijl onderdeel van een Franse identiteitspolitiek. Daarnaast verscheen de missie-architectuur regelmatig in de pers in het moederland, waardoor het ook daar, weliswaar in een gemedieerde vorm, politieke idealen kon doen verspreiden.
De sterkte van de bundel ligt zowel in de diversiteit van de cases als in de vormelijke aspecten van de uitgave. Het boek levert niet alleen een bijdrage aan de missiegeschiedenis omdat het een ruimtelijke lens plaatst op deze sub-discipline, maar ook omdat het bijdragen over China en Afrika samenbrengt. Ondanks de vele overlappingen – “Westerse” missionaire gemeenschappen hadden vaak missies in zowel China als Afrika – bestudeerden historici ze tot nog toe zelden samen. Bovendien illustreren de cases de verschillende dimensies van ruimtelijkheid, gaande van kosmologische opvattingen over tijd en ruimte tot de architectuur van specifieke gebouwen, en tonen ze hoe die met elkaar verweven zijn. De uitgave zelf is in magazineformaat en op fotopapier gedrukt, waardoor de vele afbeeldingen volledig tot hun recht komen. Dat is een meerwaarde voor de bijdragen waarin scans van archiefmateriaal, oude afbeeldingen, en foto’s genomen tijdens veldwerk als illustratie dienen, maar bewijst vooral zinvol in de paar hoofdstukken die het visuele materiaal ook echt als bronnen van analyse gebruiken.
Hoewel de bundel er vlot van overtuigt dat de spatial turn een onmisbaar perspectief kan bieden op missiegeschiedenis (en de historiografie in het algemeen), zijn er enkele theoretische gaten in het werk. Zo reflecteren de auteurs amper over de link tussen missie en kolonisatie, en dat is jammer voor een werk dat missionaire ontmoetingen centraal plaatst. Missiehistorici zijn intussen namelijk tot de consensus gekomen dat missionarissen onmisbare bijdragen leverden aan de kolonisatie van het Afrikaanse continent in de late negentiende en vroege twintigste eeuw. De unieke geschiedenis van China, dat nooit (volledig) gekoloniseerd werd maar daarom niet gespaard bleef van koloniale uitbuitingspraktijken, kan juist interessante inzichten bieden in de manieren waarop kolonisatie en missionering elkaar ondersteunden en voedden. De meerwaarde van het bundelen van bijdragen over Afrika en China gaat daarom niet verder dan het naast elkaar plaatsen van regio’s die tot hiertoe zelden samengebracht werden in één uitgave, en dat is een gemiste kans.
Doorheen de bundel worden noties als “development”, “modernity” en “modernization” bovendien op een onvoldoende kritische manier aangewend. Een aantal auteurs gebruikt de begrippen om de impact van missionering te beschrijven zonder aandacht te besteden aan de morele waarden en connotaties van culturele hiërarchie die daaraan vasthangen. Hetzelfde geldt voor de genderanalyses die gemaakt worden in hoofdstukken 6 en 7. Ze zijn weinig reflexief en lijken onvoldoende geïnformeerd door postkoloniale gendertheorieën. Daardoor vervallen ze snel in een subtiele maar daarom niet minder problematische morele veroordeling van lokale Chinese gegenderde praktijken.
Contacteer ons
Dat kan via onderstaande link